woensdag 25 januari 2012

Vrouw en pensioen


Het staat vandaag in de krant, maar we wisten het al veel langer.
Onder gehuwde of samenwonende vrouwen is het aandeel met een aanvullend pensioen nog betrekkelijk klein. Het steeg in 10 jaar tijd van 21 naar 36 procent (bron: CBS).
Bij reeds gepensioneerde vrouwen is dat 31%.
Wellicht komt dat omdat veel nu oudere vrouwen geen pensioendeelname hadden; als man mocht je pas deelnemen vanaf je 23e, afhankelijk van de CAO.
Sommige vrouwen die trouwden en de kinderen/het huishouden als taak hadden, gingen later weer werken, maar kwamen dus pas later aan pensioendeelname toe. En er waren er ook die thuis bleven, om welke reden dan ook.

Ambtenaren (ook vrouwelijke) vielen altijd al onder een pensioenregeling en ik ben benieuwd in hoeverre deze cijfers van het CBS verder zullen worden uitgelegd in de media, gezien het geciteerde getal van 59%.

Want het werd het pas in 1987 verplicht in andere cao's om vrouwen op te nemen in een pensioenfonds.
En als je in 1987 al boven de 40 was, wist je dat als je tot je 65e bleef werken, je maximaal 25 jaar pensioen kon opbouwen.

Mits je tot je 65e bleef werken, maar dat gebeurde in veel gevallen niet.
Op je 57e werkloos, geen geld om aanvullende premie bij het GAK premie te blijven betalen (áls je al wist dat dat kon), kortom, dat in 2000 maar 50% van de vrouwen en in 2010 59% een aanvullend pensioen ontving is geen wonder.

Nog zo een: 'Vrouwen die in 2010 aanvullend hadden, ontvingen gemiddeld 8000 euro bruto. Mannen kregen het dubbele.'
Ja, als je 40 jaar premie hebt mogen betalen. Maar daar zijn er dus niet zoveel van. Behalve de overheidswerknemers dan. Dat versluiert wel. Maar het wordt nergens toegelicht.
Als een nu 65-plusser 25 jaar pensioen heeft kunnen opbouwen is het veel, met het oog op pensioenbreuk. De jaren 80 met grote werkloosheid, tussendoor een baan zonder pensioenverplichting (ja dat bestond), uitzendjobs.

Tussendoor: dat was de tijd dat Lubbers en Ruding iets riepen van 'tante Truus' en mobiliteit, werk aannemen als moet je 2 uur reizen, wonen waar je werkt. En in je proeftijd was er nog geen sprake van pensioendeelname. Zelfs bij een jaarcontract werd dat soms vermeden.
Ik heb overigens zelf bij diverse bedrijven gewerkt die niet bij een CAO waren aangesloten. Kleine zelfstandigen met personeel heet dat, en dan kan variëren van een winkel tot een exporthandelaar/projectbureau.

Wat wel een wonder is dat nog steeds deze oorzaak van het verschil in pensioen moet worden uitgelegd. Vrouwen verdienden (en verdienen) minder dan mannen, nog steeds. Op dat loon is het pensioen gebaseerd. Dat verklaart misschien ook de veronderstelde tekorten bij de pesnioenfondsen. Gingen ze er daar vanuit dat ook vrouwen langer gingen werken. Je weet het niet.

Leg als gepensioneerde alleenstaande maar eens uit dat je alleen maar van je AOW leeft van € 1003 plus een aanvulling van € 145. En dat de huur van je flat € 640 bedraagt. Je energierekening € 110. Je kabelaar €39 vraagt en je ziektekostenverzekeraar het ook niet voor minder dan € 120 doet. Verder is er iets als gemeentebelasting, waterschapsheffing. Gelukkig is er nog altijd de Aldi.

Die 9 procent meer vrouwen in 2010 is een logisch gevolg van het moment van invoering van de regeling in 1987.
Als de pensioenregeling de kuren van de speculanten en beheerders overleeft hebben na 2036 alle 67+ vrouwen een aanvullend pensioen, na maximaal 50 jaar werken vanaf hun achttiende onder een CAO.

Op de televisie verzekerde ons een prominente CDA'er met een bestuursfunctie, en compassie ná 2015 in het verschiet, dat thans 90% van de beroepsbevolking onder een CAO werkt en dús een aanvullend pensioen heeft. Ja conjo, ná 2036. De huidige ouderen zijn nog steeds de sjaak.

Voor de goede orde: pensioen en pensioenregeling als hier genoemd niet te verwarren met AOW.


1 opmerking:

  1. Volgens mij blijft er in je voorbeeld zelfs voor de Aldi weinig over.

    BeantwoordenVerwijderen